Lezing NIS d.d. 07 januari 2010
Gastvrij werd het NIS ontvangen bij onze gastheer van die avond, DAS Rechtsbijstand, in de persoon van Jeroen Filarski. De locatie was uitstekend en men had prima voor de innerlijke mens gezorgd. De onderwerpen van die avond waren divers van aard, namelijk een toelichting op de bijzonderheden van gebitsletsel en de bejegening van belanghebbenden, maar zeker ook elkaar in het proces van schaderegelen.
Gebitsletsel duurt levenslang !
Jip Kreijns, tandarts / tandheelkundig adviseur DAS Rechtsbijstand.
Notatie van de tanden en kiezen (=gebitselementen), welke zit waar?
Positie van de tandarts
Rechtsboven = 1 Linksboven = 2
1.8 1.7 1.6 1.5 1.4 1.3 1.2 1.1 ║ 2.1. 2.2. 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7. 2.8
——————————————-║————————————————
4.8 4.7 4.6 4.5 4.4 4.3 4.2 4.1║ 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Rechtsonder = 4 Linksonder = 3
Met de vitaliteit van de getroffen gebitselementen wordt in feite gevraagd naar de vitaliteit van het pulpaweefsel in deze gebitselementen. Het pulpaweefsel is het zenuw- en bloedvatweefsel in de tanden en kiezen dat voor de voeding van de tanden en kiezen zorgt. Vaak sterft dit pulpaweefsel na een ongevalstrauma af (= verliest zijn vitaliteit). Dan moet dit afgestorven pulpaweefsel verwijderd worden uit het wortelkanaal. Dat gebeurt door middel van een wortelkanaalbehandeling.
Wanneer het pulpaweefsel dood is gegaan, vormt dit weefsel een voedingsbron voor bacteriën. Er ontstaat dan een ontsteking in het gebitselement. Die ontsteking verplaatst zich vaak naar het gebied rond de wortelpunt (= apex). Dan is dat op de röntgenfoto te zien.
De vervolgvraag naar apicale problematiek heeft hiermee te maken. Met apicale problematiek wordt dus gedoeld op een eventuele wortelpuntontsteking.
De rapportage van de tandheelkundig adviseur volgt meestal een vast patroon;
– uitleg over aard en omvang van het gebitsletsel (zo nodig met een tekening)
– de uitgevoerde behandeling tot nu toe
– de kosten voor deze uitgevoerde behandelingen tot nu toe
– de toekomstige ongevalsgerelateerde behandelingen
– zo mogelijk een begroting van de toekomstige behandelingen
– samenvattend advies
Soms wordt een voorlopige rapportage opgesteld zonder begroting van de toekomstige kosten.
– Bij gebitsletsel van een kind/jeugdige. I.v.m. de groei zijn er dan te veel onzekere factoren
– Bij avulsies en luxaties. Tanden die uitgeslagen zijn en weer in de mond zijn teruggeplaatst en tanden die verplaatst zijn, hebben een onzekere prognose. Meestal gaan ze na langere of kortere tijd verloren en moeten vervangen door een implantaat (=kunstwortel) met daarin/daarop opbouw en kroon
– Bij kaakfracturen met breuk van één of beide kaakkopjes. Door zo’n fractuur raakt de kauwfunctie verstoord en het duurt enige tijd voordat duidelijk is welke consequenties dit heeft.
In een voorlopige rapportage wordt vermeld welke vragen twee of drie jaar na de ongevalsdatum gesteld moeten worden. Deze vragen zijn specifiek voor het opgetreden letsel, omdat onder meer naar de conditie van de individuele getroffen gebitselementen wordt gevraagd.
Algemene vervolgvragen zijn:
– Wanneer hebt u betrokkene voor de laatste maal behandeld in verband met het ongeval?
– Welke behandelingen zijn daarbij verricht?
– Hoe is het -voor zover van toepassing- gesteld met de vitaliteit van de getroffen gebitselementen?
– Hoe is het röntgenbeeld van de getroffen gebitselementen, m.n. wat betreft eventuele apicale en/of resorptie-problematiek
– Hoe is de prognose op langdurig behoud van de gebitselementen?
– Welke ongevalsgerelateerde behandelingen zijn te verwachten op de korte termijn, d.w.z. binnen ca. 3 jaar?
– Welke ongevalsgerelateerde behandelingen zijn te verwachten op de lange termijn
Resorptie is het verschijnsel dat de wortel van een tand door een chronisch ontstekingsproces aan de buitenkant van de wortel langzaam ‘oplost’. Er zijn dan weefselafbrekende cellen actief die de wortel langzaam maar zeker ‘wegvreten’. Het gevolg hiervan is dat de tand op termijn verloren zal gaan. De vraag naar de resorptie-problematiek is dus in feite ook een vraag naar de prognose op langdurig behoud van de tand.
Regelmatig voorkomende uitgangspunten voor een begroting/schaderegeling;
– op ca. 30-jarige leeftijd van uw cliënt zal voor het eerst een porseleinen kroon met plastische opbouw op de tand 21 geplaatst moet worden.
– levensduur van porseleinen kronen: ca. 15 jaar.
– op ca. 45- en 60-jarige leeftijd van uw cliënt zal deze porseleinen kroon met plastische opbouw vervangen moeten worden.
– levenslang behoud van het eigen gebit en van de getroffen tand 21.
– gemiddelde levensduur van de man: ca. 78 jaar.
– kosten overeenkomstig de huidige, door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vastgestelde tarieven. De gehanteerde codes verwijzen naar de NZa-lijst.
– er is geen rekening gehouden met inflatie, kapitalisatie en verhoging van de tandartstarieven.
– er is niet gerekend met een bedrag aan immateriële schade.
Regelmatig terugkerend discussiepunt in de schaderegeling is de gemiddelde levensduur van tandheelkundige restauraties (=vullingen, kronen, bruggen, implantaten).
De consensus anno 2010 is:
– dat composietvullingen (‘witte’ vullingen) ca. 7 jaar meegaan
– dat de levensduur van kronen en bruggen ca. 15 jaar bedraagt. Dat geldt voor kronen en bruggen op eigen gebitselementen en ook voor kronen/bruggen op implantaten.
– dat een op jeugdige leeftijd geplaatst implantaat gedurende het leven nog eenmaal zelf ook vervangen moet worden.
voorbeeld, bij een implantaatplaatsing op 20-jarige leeftijd.
* kosten op ca. 20-jarige leeftijd (implantaat + kroon) ca. € 2.000,00
* kosten op ca. 35-jarige leeftijd (alleen kroon op implantaat) ca. € 1.000,00
* kosten op ca. 50-jarige leeftijd (implantaat + kroon) ca. € 2.000,00
* kosten op ca. 65-jarige leeftijd (alleen kroon op implantaat) ca. € 1.000,00
* tot. kosten bij plaatsing implantaat + kroon op 20-jge leeftijd ca. € 6.000,00
De heer Kreijns had zijn presentatie geïllustreerd met de nodige beeldvormende technieken om de ernst van gebitsletsel te laten zien. Hij besloot zijn lezing met het onderstaande spreekwoord.
“EEN NAARSTIGE HAND
EN SPARENDE TAND
KOOPT EENS ANDERS LAND”
Lezing NIS d.d. 07 januari 2010
Hoe gaan we met z’n allen op het speelveld van de letselschaderegeling, met elkaar om. Het NIS biedt dit jaar voor deze tweede keer een opleiding aan voor de leden. Deze opleiding is een verdieping van de vorig seizoen aangeboden training “Non verbale communicatie”.
Geertruid van Wassenaer van Beer advocaten heeft ons deze avond weer eens met onze neuzen op de feiten gedrukt als het gaat om de manier waarop je met elkaar om kunt gaan. Hieronder volgt een letterlijke weergave van de getoonde en besproken sheets.
Bejegening
Hoe belangrijk is dat in een proces van letselschaderegeling?
De kennismaking
- Kom op tijd
- Verplaats u in de positie van de ander
- Let op body language
- Maak oogcontact
- Let op timing
- Geef duidelijke en begrijpelijke informatie
De schadebehandeling
- Lever maatwerk
- Probeer de knelpunten boven tafel te krijgen
- Bewandel niet de geijkte paden
- Zorg in natura
- Case manager
- Arbeidsdeskundige
- Zorg dat u goed bereikbaar bent
- Hou de vaart erin
- Maatwerk: investeer in goed contact zowel met slachtoffer als met belangenbehartiger of schaderegelaar: zorg dat je te vertrouwen bent, dat je afspraken nakomt, wees proactief
- Als de knelpunten bespreekbaar worden, kan ook actief worden meegedacht over de oplossing en dan voelt het slachtoffer zich serieus genomen
- Geijkte paden: waarom niet een arbeidsongeschiktheidsverzekering, een lening om een huis te kunnen kopen e.d.
- Zorg in natura: het schildersbedrijf dat de klus komt klaren: dan hou je ook zicht op de kosten , zorg dat je met de verzekeraar goede afspraken maakt, zodat je als het ware met de portemonnaie in de hand kunt handelen
- Arbeidsdeskundige: laat hem niet alleen kijken naar de belastbaarheid voor werk, maar ook hoeveel van zijn energie opgaat aan zijn privéleven
- Bereikbaarheid: we zijn allemaal op veel op pad, maar terugbellen of terugmailen meteen doen, of aangeven wanneer wel
- Vaart: vaak is de dokter de vertragende factor: hoe hard heb je de dokter nodig om een stap voorwaarts te zetten. Heel veel zaken zijn min of meer het zelfde. Probeer te zorgen dat de wederpartij aan zet is en niet jij en hou daar een goed rappelsysteem op na.
Lastige wederpartij
- Niet schrijven maar persoonlijk contact maken
- Maak gebruik van zakelijk flirten
- Niet op de persoon maar op de bal
- Doet hij het wel, blijf jezelf
- Geen standpunten maar gezamenlijke belang
Lastige cliënt
- Vermijd dat hij lastig wordt
- Goed eerste contact is beste waarborg
- Behandel iedere cliënt als A-1
- Wees eerlijk en duidelijk, ook over zwakke kaart
- Als je iets vervelends moet vertellen, draai er niet omheen, maar vertel het ze direct
- Wees empathisch maar pas op! Denk niet dat je alles kunt begrijpen wat een slachtoffer voelt
Zoek de achterliggende positieve eigenschap onder het moeizame gedrag
- Vervolgens: achterliggende goede eigenschap Benoemen en moeizame gedrag ontmantelen: voorbeeld:
- Alle slakken zout: nauwkeurigheid is goed, maar teveel maakt het inefficiënt
- 1000 vragen: recht op alles wat u wil weten, maar te veel maakt het inefficiënt
- Niks laten horen: goed dat u mij vertrouwt, maar als ik niks hoor kan ik niet echt verder
Lastige mensen
- Niet schrijven maar bellen, of op kantoor komen
- Wat te doen met leugenaars? Hou je bij de feiten en confronteer hem daarmee, zeg nooit dat je denkt dat hij onwaarheden vertelt bijvoorbeeld: hou je bij de feiten en blijf altijd beleefd; “ik snap wat u zegt, maar wat u misschien vergeet is…. Je kan ook zeggen: ik heb u nodig om mij goed te informeren…
- Slechte momenten map: een map met aardige reacties, die je kunt pakken als je kritiek hebt moeten incasseren
- Bellen: doe het meteen, vaak valt het mee
De eindregeling
- Vermijd koehandel
- Wees oplossingsgericht
- Bedenk: afscheid van de zondenbok
- Schaderegelaar: kom met mandaat
- Slachtoffer kan nooit gebonden worden
- Maak ruimte voor finaal voorstel
- Let op timing
- Ruimte voor finaal voorstel: het kan zijn dat er iets verkeerd is berekend: Timing: 6 mnd laten wachten en dan voor het eind van het jaar onder druk zetten
- Voorbeeld : eerst zeggen dat je het heel redelijk vindt en dan vlak voor de feestdagen zeggen dat het toch anders moet
- Als er een regeling is: ook snel duidelijkheid over BGK en uitbetaling vlot
Alternatieven
- Procedure hoeft niet altijd:
- Deelgeschil
- Mediation
De rode draad in de lezing van Geertuid was en is natuurlijk dat de beste resultaten voortvloeien uit open en eerlijk contact met elkaar en met de belanghebbenden. Blijf respectvol ook al zijn er verschillen van mening of discussies.
Verslag Lex Stegerhoek