Dit jaar voor het eerst een gezamenlijke bijeenkomst met de VJPP en de LSA op een bijzonder mooie locatie: het Spoorwegmuseum in Utrecht
Nadat iedereen een hartelijk welkom werd geheten door de voorzitter Inkie Stoop op een van de warmste dagen van het jaar, gingen we van start.
Marlou Overheul, promovenda aan de universiteit Utrecht onder leiding van o.a. Rianka Rijnhout was onze eerste spreekster.
Zij besprak de compensatieregeling voor beroepsziekten. De schadeafhandeling van beroepsziekten is complex. Er zijn juridische obstakels, de kans om volledige schadevergoeding te krijgen is klein, de procedures zijn lang en geestelijk belastend voor betrokkenen. Deze belemmeringen weerhouden mensen ervan om hun recht te halen. Omdat het schadevergoedingsrecht voor beroepsziekten niet voldoet ontstaan alternatieve compensatieregelingen, waarbij uitgegaan wordt van normbedragen.
Daarna besprak Marlou vier perspectieven op de rechtspositie van benadeelden binnen de alternatieve compensatie. Het betreft het verschil ten aanzien van de beoordeling van de aansprakelijkheid (normschending versus no-fault), schadevergoeding (volledige en concreet versus abstract), het procesrecht en het sociaalpsychologisch perspectief.
Op 1 juli 2022 start het Landelijk Expertisecentrum Stoffengerelateerde Beroepsziekten (LEXCES), waarbij een lijst met beroepsziekten en een lijst van gevaarlijke stoffen gehanteerd wordt. Tevens is er aandacht voor preventie. Het LEXCES maakt deel uit van de TSB-regeling voor stoffengerelateerde beroepsziekten. De invoerdatum van deze regeling is uitgesteld.
Daarnaast bestaat bij de Nationale Politie een regeling voor PTSS, is er het ZWIC (zorgmedewerkers met corona), het instituut voor mijnbouwschade, de Commissie Werkelijke Schade voor Toeslagen Herstel, en de compensatieregeling chroom 6.
De compensatieregelingen zijn versnipperd, de normbedragen verschillen. Zij zou graag zien dat de mogelijkheden verkend worden voor een onafhankelijk en alomvattend alternatief, zoals in België het geval is.
De tweede spreker was Erik-Jan Bakker. Hij nam ons mee in de wereld van het rekenen.
Het belang van de berekening werd door hem uiteengezet. Erik-Jan legde uit dat een pragmatische regeling niet hetzelfde betekent als een schatting van de schade uit het hoofd. De berekening kan een vertrekpunt zijn om vervolgens de schade pragmatisch af te wikkelen.
Het berekenen van toekomstschade is en blijft “kijken in een glazen bol”. We rekenen met de feiten en de kennis van nu. De berekening is dan ook geen exacte uitkomst van de schade, maar is een duiding en een hulpmiddel bij de onderhandeling in een schadevergoeding.
Vervolgens besteedde Erik-Jan aandacht aan de rekenrente. Hij gaf een toelichting op de verschillende rentes bij verschillende looptijden. Sinds het kerstarrest (HR 24-12-2021) mag alleen het werkelijk gerealiseerde rendement worden belast. Dat levert ons bij de afronding in de schaderegeling te nodige hoofdbrekens op.
Nu er zoveel onzekerheden zijn ten aanzien van de fiscale component zijn er een aantal opties om te hanteren in de schaderegeling:
-afwachten en (nog) niet gaan regelen
-fiscale component niet berekenen
-rekenen met een experimentele factor
-opnemen van een voorbehoud in de VSO
Met alle informatie van Erik-Jan hoopte hij dat bij iedereen in de zaal het rekenbewustzijn was toegenomen. De complete lezing vind je hier Presentatie VJPP-NIS-LSA 23-6-2022 hand-out (2).
De dag werd afgesloten met een goed aangeklede borrel.
Recente reacties