1 december 2005  Inleiding door Maurits Barendrecht: Gedragscode behandeling letselschade: papier of praktijk.

Hans Noordsij (als voorzitter NLT)gaf een voorzet voor de lezing van Maurits Barendrecht door toe te lichten dat de huidige tijd van de media maakt dat er meer mogelijkheden zijn nieuws en ontwikkelingen te volgen. Dit maakt dat de consument kritischer wordt omdat men meer weet. Verder geeft de media de voorkeur aan het belichten van misstanden en het uitdelen van zwarte pieten. In ons vak zien we vaak belicht: het zielige slachtoffer tegen een grote boze verzekeraar. Er is een roep om kwaliteit en onderscheiding. Er blijft altijd iets te verbeteren! De NLT is een groot voorstander van een gedragscode in tegenstelling tot bijv. de LSA.

Maurits Barendrecht starte zijn inleiding met een toelichting op de tot stand koming van het onderzoek. Gebleken is dat weliswaar de HR nogal wat arresten levert inzake het aansprakelijkheidsrecht, maar dat het werkelijke aansprakelijkheidsrecht op de werkvloer in praktijk wordt gebracht. Er bleek in dit schaduwrecht een praktijk van onderhandelingsrecht. Naar aanleiding van onderzoek naar letselschaderegeling in andere Europese landen, w.o. Engeland, is de Universiteit van Tilburg gevraagd om als onafhankelijke organisatie preprocessuele normen voor Nederland te inventariseren.

Door andere ontwikkelingen echter, zoals het Rapport Stichting de Ombudsman en politieke en maatschappelijke druk, is het onderzoek uitgegroeid tot een omvattend project. In samenwerking met slachtofferorganisaties, belangenbehartigers, Verbond, PIV, verzekeraars, overige branche-organisaties, NPP en justitie en de rechterlijke macht, is onderzoek verricht en is een gedragscode ontwikkeld. Het proces voor de totstandkoming van de gedragcode bestond uit vragen aan de praktijk, toetsing aan kennis conflicthantering en expertmeetings. De diverse onderdelen zijn geordend en voorzien van commentaar, besprekingen en wijzigingen. Een transparant proces, zoals dat waargenomen kan worden op de site: rechten.uvt.nl/ normering.

Tijdens de ontwikkeling van de gedragscode stond het slachtoffer centraal. Wel gestreefd werd naar een aanvaardbaar resultaat voor alle betrokkenen, met zo min mogelijk kosten, tijd en emotionele lasten.

Gaat het nu dan echt zo slecht? Nee, niet helemaal, maar er zijn fundamentele “systeem” problemen zoals: een te lang, ondoorzichtig en onpersoonlijk proces; nadruk ligt nu op geld in plaats van gemeenschappelijke belangen en win-win; de professionals werken niet met maar tegen elkaar; het medische traject is vaak een “battle of experts” en geschiloplossing staat te ver van het onderhandelingsproces af. De pijlers van de gedragscode zijn daarom: slachtoffer centraal en waar mogelijk persoonlijk betrokken; harmoniemodel in plaats van conflictmodel; gezamenlijk behandelplan in complexe zaken en adequate tussentijdse geschiloplossing. Momenteel loopt er een pilot inzake het gezamenlijke behandelplan.

Na de pauze startte Hans Noordsij kort met “de spagaat van de advocaat”. De advocaat werkte in oorsprong in de processuele fase. De advocaat deed in een zaak voorwerk en legde dit dan vervolgens, conform de regels, neer bij de rechter. Sinds het “bgk arrest” heeft de advocatuur een stap gemaakt naar de praktijk van de letselschaderegeling, die in de preprocessuele fase werkt. De advocatuur echter, in de zuiverste betekenis, is niet geschikt voor de pre processuele onderhandeling. Noordsij meent dat de advocatuur eigenlijk zou moeten kiezen voor een rol in de onderhandelingen of voor een rol in de processuele fase (zoals bijvoorbeeld in Engeland geregeld).

Maurits Barendrecht vervolgde dat tussentijdse (snel toegankelijke) geschiloplossing (op deelgebieden) een belangrijk aspect is. Dit kan bijvoorbeeld worden ingevuld door mediaton of een inlooprechter.

Vanuit de zaal werden opmerkingen geplaatst zoals: 95 % van de zaken wordt minnelijk geschikt en er is bedrijfsregeling nr 15, waarom dan nu een code. Maurits Barendrecht gaf als reactie dat er weliswaar al het nodige is, maar kennelijk niet genoeg, gelet op o.a. het rapport van Stichting de Ombudsman. Bovendien zegt het percentage schikkingen niet dat alles goed geregeld wordt. Immers soms wordt een te laag bedrag geaccepteerd om niet te hoeven procederen.

Het nadeel, nu ingeval het toch tot een procedure komt, is dat dan de gehele zaak aan de rechter voorgelegd en dat partijen “stelling” gaan innemen.

Verder vanuit de zaal opmerkingen over “lastpakken” in de branche, zowel aan belangenbehartigerszijde als aan verzekeraarszijde. Dient er niet iets over mentaliteit of attitude in de code opgenomen te worden. Na een stemming bleek het aantal lastpakken aan beide zijden minder dan 10 %. Deze lastpakken kunnen met de code in de hand “gedwongen” worden tot een gezamenlijke diagnose om escalatie te voorkomen en er kan gekozen worden voor tussentijdse geschiloplossing. Maar ook een slachtoffer die last heeft van een “lastpak” kan vragen om het hanteren van de code of geschiloplossing.

De gedragscode is een leidraad en laat zien hoe het goed zou kunnen gaan. Maar de code is nu nog te lang en de code moet toegankelijk zijn voor het slachtoffer. Hiervoor wordt nog een gidsje gemaakt. Maar eerst dient de definitieve versie van de code te worden voorgelegd aan de branche. Dit gebeurt in januari 2006 De doelstelling is een verbetering van het schaderegelingsproces door gebruik van de code. Van een verplichte code is vooralsnog geen sprake, immers wetgeving terzake ontbreekt. Als de code gebruikt gaat worden dient er wel een permanente organisatie opgericht te worden die het gebruik ondersteunt en de werking toetst.

Hans Noordsij voegde nog toe dat het PIV convenant bgk al een vorm van procedurele normering is. Het traject hiertoe was veelomvattend, maar het resultaat is voor belangenbehartigers en verzekeraars interessant. Nu kan een belangenbehartiger ook vaker kleine zaken aannemen, zonder discussie omtrent de omvang van de kosten ten opzichte van de schade en er is een anti-uitrookbepaling voor de periode van uitonderhandelen. Voor de waarborging van de kwaliteit van belangenbehartiging verricht de NLT momenteel een keurmerkonderzoek.