Tijdens deze bijeenkomst hielden twee medisch adviseurs een betoog over de rol van de medisch adviseur in de letselschade, te weten: J. van Duinkerken en drs. W. Schurwirth.

Inleiding door Van Duinkerke

Een drietal punten stonden centraal:

1. Toezenden medische informatie/advies

2. Beoordeling medische informatie door onafhankelijke medisch adviseur

3. Advies met betrekking tot de toekomst

1. Toezenden medische informatie/advies

De basis is dat een betrokkene recht heeft op de medische informatie. Uitzondering hierbij is indien de informatie voor betrokkene schadelijk kan zijn.

Ook de conclusie van de medisch adviseur dient volgens Van Duinkerken naar betrokkene gestuurd te worden.

Het is vervolgens aan betrokkene om te bepalen wat met de informatie gebeurt. Deze kan de informatie beschikbaar stellen aan de medisch adviseur, of zelf rechtstreeks aan een schadebehandelaar.  Dit laatste komt sporadisch voor, acht Van Duinkerken ongewenst en door het NPP wordt het rechtstreeks sturen van informatie naar een behandelaar c.q. het niet betrekken van een medisch adviseur verboden. Daarnaast is een betrokkene (volgens de HR) gemachtigd een expertiserapport te blokkeren. Blokkering geldt overigens niet indien er reeds sprake was van een bestaande verzekering (bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid/ongevallen).

Naast het blokkeringrecht bestaan het correctierecht. Dit laatste is uitsluitend mogelijk als van een blokkeringrecht geen gebruik is gemaakt en heeft uitsluitend betrekking op vermelding van verkeerde informatie (feiten), dus niet op de conclusie. Voor verstrekking van informatie aan derden dient gemachtigd te worden. De uitzondering hierbij is de advocaat, die geen machtiging nodig heeft.

Bovenstaande is geregeld door wet- & regelgeving, richtlijnen NPP en GAV-beroepscode (vereniging medisch adviseurs).

2. Beoordeling medische informatie door onafhankelijke medisch adviseur

Hiermee wordt bedoeld dat één medisch adviseur de informatie beoordeelt en adviseert (dus aan beide partijen).Dit heeft voordelen en nadelen.

voordelen

–          De vergaring van informatie gaat sneller, omdat dit niet via via hoeft te lopen.

–          De vraagstelling is éénduidig, wat kan voorkomen dat juridische vraagstukken bij de arts worden gelegd.

–          Er is sprake van een éénduidig antwoord, met daarin gegeven de zekerheden/marges (waarbij het advies is om vragen scherp te stellen).

–          Het inschakelen van een specialist is minder vaak nodig.

–          Het advies zal vaker evidence based zijn, dus vaker het antwoord dat de medisch adviseur het niet weet (waardoor voorkomen wordt dat diverse interpretaties worden gegeven).

nadelen

–          De onafhankelijkheid moet worden bewaakt, maar hoe doe je dat?

–          Er kunnen langdurige discussies ontstaan tussen behandelaar(s) en de medisch adviseur over de vraagstelling.

–          Partijen kunnen minder discussiëren met de stelling; ‘Mijn medisch adviseur zegt….’.

3. Advies met betrekking tot de toekomst

Hierbij kunnen zich (naast een restloze genezing) drie situatie voordoen:

–  klachten zonder objectiveerbare afwijkingen

Men weet dus niet wat er aan de hand is. In dit geval kan geen zinnig woord gezegd worden over de prognose. Soms treden is zulke gevallen ‘magische’ genezingen op.

–  objectiveerbare afwijkingen zonder actuele klachten

Hoewel de prognose ook in dit geval niet in te schatten valt, gebeurt dit wel door hantering van statistieken.

–  objectiveerbare afwijkingen met klachten

In dit geval wordt ook gebruik gemaakt van statistieken, waarbij de prognose overigens beter in te schatten is.

In ieder geval is Van Duinkerken voorstander van één medisch adviseur.

Inleiding door Schurwirth

Twee onderdelen stonden centraal:

–          wat is objectiviteit

–          wanneer een specialist in te schakelen

De term objectief is misleidend. De term kan ertoe leiden dat er wordt geoordeeld of dingen afgedaan worden als onzin, om de simpele reden dat men het niet snapt. Indien klachten niet geobjectiveerd kunnen worden, leidt dit tot eigen interpretatie en kan dit leiden tot het afdoen van klachten als onbetrouwbaar, waarbij opzet en simulatie niet uitgesloten wordt geacht.

De vraag is echter hoeveel afwijkingen objectiveerbaar zijn. Men weet veel, maar ook niet alles. Wetenschappers gaan veel voorzichtiger om met het begrip objectiveerbaar.

Van daaruit begon Schurwirth het verhaal met een filosofisch relaas. Zo maakte hij de zaal deelgenoot van zijn vakantie in New Mexico en wel de Trinity Site alwaar de eerste atoombom tot ontploffing werd gebracht. Van daaruit kwam hij op Ernest Rutherford, de ontdekker van het atoom, door hem voorgesteld als een massief ondeelbaar deeltje. De stelling dat binnen het atoom sprake zou zijn van krachten werd afgedaan als dogs moonshine.

Vervolgens kwam Paul Dirac ter sprake.

Hij beschreef antimaterie en het gegeven dat materie gevoegd bij antimaterie zou leiden tot annihilatie. Ook dit werd omschreven als dogs moonshine. Dat er wel degelijk krachten spelen binnen het atoom is, getuige Trinity Site om maar niet te spreken van Hiroshima en Nagasaki, bekend. Ook het bestaan van antimaterie is inmiddels aangetoond.

Kern is dat bovenstaande te denken geeft over objectiviteit. Krachten binnen het atoom en antimaterie werden afgedaan als onzin, omdat zij nimmer waren aangetoond. De vraag is of dit nu ook voor bijvoorbeeld een whiplash laesie geldt, waarbij afwijkingen (nog) niet zijn aangetoond. Betekent het niet vinden van afwijkingen dat er niets is en dat het fenomeen onzin is? Of begrijpen wij het niet gewoonweg niet.

Tot slot benadrukt hij dat volgens de HR het niet begrijpen niet voor rekening van het slachtoffer mag komen.

Volgens Schurwirth is een whiplash geen psychiatrische stoornis. Wellicht dat het een onbegrepen pijnsyndroom, – stoornis betreft.

Wanneer een specialist inschakelen? Als je het zelf niet weet. Dus dit dient niet standaard te gebeuren.

Indien toch een specialist ingeschakeld dient te worden, pleit hij voor een kwaliteitswaarborg.

Hierbij viel de naam ORMED (Opleiding en Registratie Medisch Deskundigen), waarbij een werkgroep van medisch specialistische rapporteurs bepaalt aan welke voorwaarden een rapporteur dient te voldoen, zoals:

– keurig gedrag

– professioneel

– valide

– medisch inhoudelijk goed

Dit betekent dat voor certificering ‘in de keuken’ gekeken kan worden.

Schurwirth breekt lans voor een gezamenlijk in te schakelen medisch adviseur. Voor wat betreft het samenwerken van medisch adviseurs is nog een verre weg te gaan. Winst kan echter al ontstaan bij de werkwijze; stel goede vragen, heb vertrouwen, waarbij creatieve oplossingen worden bedacht als zaken vastzitten; dus wees oplossingsgericht, niet altijd evidence based.

Tot slot liet Schurwirth weten dat medisch en juridisch niet altijd goed te scheiden zijn. Dus de medicus moet enige juridische kennis worden meegegeven.