05 februari
Op 5 februari 2015 was het NIS te gast bij Bever autoaanpassingen in de net geopende nieuwe vestiging in Breda. Bever heeft verder vestigingen in Andelst, Bodegraven en Assen. Bever past auto’s aan voor mensen met een beperking en vergroot daarmee hun mobiliteit.
Ans van den Broek van Bever schetste de ontwikkeling van Bever dat in 1973 met een werkplaats in Heeteren is begonnen. In 1989 startten ze met een eigen rijschool met aangepaste auto’s. In 2009 ontwikkelden ze een antislipcursus voor de doelgroep. In 2010 ontwikkelde Bever de gepatenteerde joysteer® voor mensen met een zeer beperkte armfunctie.
Er zijn twee categorieën aanpassingen:
- Voor de bestuurder zelf (met en zonder rijbewijs en
- Voor meerijden (passagier).
Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen bepaalt of iemand al dan niet geschikt is om een voertuig te mogen besturen en welke aanpassingen daarvoor nodig zijn. Bever kan de aanpassing maken voor het voertuig.
Er zijn verschillende bronnen waaruit de kosten voor aanpassing vergoed kunnen worden:
- UWV
- WMO
- Particuliere fondsen (Ango)
- De belastingdienst (aftrekpost bijzondere ziektekosten)
- Verzekeringsmaatschappijen (als schadevergoeding aan letselslachtoffers)
Dat een autoaanpassing een enorme vergroting van bewegingsvrijheid kan betekenen blijkt uit het verhaal van een meervoudig gehandicapte cliënt, die via de support beurs met Bever in contact kwam. Een proefrondje heeft uiteindelijk geleid tot een volledig op maat gemaakte auto. Niet meer afhankelijk zijn van openbaar vervoer waarbij het altijd afwachten was of bij het geplande station van aankomst wel geregeld was dat er hulp was om de trein te verlaten is een enorme vooruitgang.
De eerste stap was om bij het CBR te worden gekeurd of hij in staat was knopjes en een joystick te bedienen. (rijgeschiktheid). Vervolgens wordt de rijvaardigheid getest of het lukt om verrichtingen te doen. En vervolgens het rijbewijs.
De rijvaardigheidstest is om te kijken of iemand met beperkingen met aanpassingen aan het voertuig in staat zal zijn om veilig aan het verkeer deel te nemen.
Helmut van der Smitten, deskundige praktische rijgeschiktheid van het CBR lichtte vervolgens de kerntaken van het CBR toe, beoordeling/toetsing van:
- Rijgeschiktheid
- Vakbekwaamheid (examens vrachtwagenrijbewijs)
- Theorie examens
- Rijvaardigheidstest (sinds 1927)
- Rijgeschiktheid groep 1 (bromfiets, motorfiets en personenauto’s) en groep 2 vrachtwagens en als 3 groep komen erbij de landbouwvoertuigen.
De beoordeling van de rijgeschiktheid/rijvaardigheid is in een wettelijk kader gevat en het CBR voert slechts uit.
Voordat iemand zijn rijbewijs krijgt moet deze een eigen verklaring invullen over de gezondheid. Afhankelijk daarvan zal een medisch adviseur voor het CBR de lichamelijke en geestelijke geschiktheid toetsen. Is daarvoor een specialistisch onderzoek nodig dan verwijst het CBR.
Voor de aanvraag van het rijbewijs kan dan vervolgens bijvoorbeeld een termijn beperking worden toegepast (bij een voortschrijdende neurologische aandoening bijvoorbeeld).
Heb je een rijbewijs en krijg je vervolgens een aandoening dan ben je wel moreel verplicht om deze gewijzigde gezondheid te melden bij het CBR, maar hiervoor is geen wettelijke verplichting. De handhaving zou ook heel moeilijk zijn, omdat niet alle aandoeningen direct zichtbaar zijn. Maar heb je een aandoening en ga je toch rijden dan kan dat wel strafbaar zijn op grond van artikel 5 WVW. Je mag een andere weggebruiker niet in gevaar brengen. En ook zou het problemen kunnen geven met de verzekeringsdekking. Heb je navraag gedaan bij het CBR en als het CBR zegt dan je weer geschikt bent om te rijden dan ben je gedekt, anders niet.
Bij de beoordeling van de rijgeschiktheid kan het gaan om:
- Waarnemingsstoornis
- Cognitieve stoornis
- Motorische stoornis
- Bewustzijnsstoornis
- Gebruik van middelen die de rijgeschiktheid negatief beïnvloeden (APS medicijnlijst).
Het CBR Besluit luidt dan ongeschikt of geschikt of geschikt met beperkingen. Bij de laatste kan het dan gaan om een termijn, of geschikt mits met gebruik van hulpmiddelen, eisen aan het motorrijtuig of een geografische beperking en/of alleen voor privégebruik.
Nadat de benodigde aanpassingen zijn vastgesteld stuurt het CBR de codes naar de RDW zodat die op het rijbewijs komen. De RDW keurt dan vervolgens de auto.
Ben je het niet eens met een besluit van het CBR dan kun je een bezwaarprocedure starten.
De presentatie kunt u hier downloaden.
Aansluitend aan de lezingen konden we met eigen ogen diverse mogelijkheden van aanpassingen van voertuigen bekijken. Van kleine hulpmiddelen tot en met complete aangepaste bussen met lift om met en rolstoel in het voertuig te komen en joystick waarmee met minimale bewegingen een auto bestuurd kan worden kunnen op maat gemaakt worden voor mensen met een beperking. Er blijkt heel veel mogelijk en het kan enorm veel vrijheid opleveren voor iemand die eerst voor alle vervoer totaal afhankelijk was.
Tot slot, het is ten slotte een casuïstiekavond, is in groepen van gedachten gewisseld over een casus. Bij welke instantie kun je terecht voor vergoeding? Is het verstandig voordat je een schade regelt toch met de WMO te overleggen? Geeft het aansprakelijkheidsrecht ruimte voor een ruimere vergoeding dan een minimum voorziening uit de algemene middelen? Het leverde een levendige discussie op met verschillende uitkomsten.
Recente reacties