Ik ben slechts een maal getrouwd en heb twee kinderen en twee kleinkinderen. Bij wijze van toeval ben ik in het vak van letselschaderegelaar gerold. 35 jaar geleden was dit in ieder geval geen beroep waar je bewust voor kon kiezen. Op diverse afdelingen heb ik verreweg de langste tijd gewerkt als belangenbehartiger, maar ook enkele jaren als vertegenwoordiger van een verzekeraar.
Om een bredere blik te verwerven dan op dossierniveau mogelijk is heb ik zitting genomen in diverse ondernemingsraden, maar was ik o.a. ook actief betrokken bij een automatiseringsproject. Mijn deelname in het NIS-bestuur is een logisch gevolg van mijn brede interesse in het letselschadevak en de schil van organisaties rondom dit vakgebied. Regulering is een begrijpelijke ontwikkeling in de voortschrijdende professionalisering die al jaren gaande is. Zolang dit niet leidt tot een bureaucratisch schaderegelingstraject waarin iedereen volgens een vast sjabloon te werk moet gaan, is dit ook een goede ontwikkeling. De diverse competenties zijn per persoon gelukkig verschillend en er moet daarom ook ruimte blijven bestaan voor diversiteit en creativiteit in de aanpak van de problemen waarvoor wij ons in de praktijk gesteld zien. Dat is goed voor de slachtoffers, de letselschade experts en voor de verzekeraars. En last but not least voor de ontwikkeling van de letselschaderegeling.