Waar gaan we naar toe?

De vakantieperiode is achter de rug en het “gewone” leven keert terug. Tijd om eens, voor zover dat niet al in de vakantie is gebeurd, na te denken over de vraag waar het in “letselland” naartoe gaat.

Elk mens is uniek wat niet alleen van toepassing is op schaderegelaars maar zeker ook op slachtoffers en opdrachtgevers. Maatwerk lijkt het antwoord maar de realiteit is dat verzekeraars veelal, door de omvang van de dossierstroom, daartoe niet in staat (kunnen) zijn.

Er zijn een aantal maatschappelijke ontwikkelingen te bespeuren die zeker de moeite waard zijn om over na te denken. Economische teruggang, roep om bezuinigingen in de politiek e.d.

Financieel is het ronduit slecht gegaan met een groot aantal verzekeraars en harde ingrepen zijn nodig geweest. Naast de interne kosten is de schadelast een factor van belang. Het werk van de schaderegelaar is direct van invloed op de schadelast. Als de directie van een willekeurige verzekeraar besluit dat de personeelskosten naar beneden moet dan heeft dit meestal ook gevolgen voor de letselschadeafdeling. Er moet efficiƫnter gewerkt worden met als doel met minder mensen evenveel werk te verzetten. Andere verzekeraars moeten uit concurrentie overwegingen ook mee. De chefs van de letselschadeafdelingen van verzekeraars weten daar alles van. Het kan niet anders dan dat dit effecten heeft op de kwaliteit van de schaderegeling.

In mijn waarneming bestaat de neiging bij verzekeraars en/of de door hen ingeschakelde bureaus de wetgeving en de jurisprudentie steeds strikter toe te passen. (Te) Simpel gezegd, geen bewijs geen schadevergoeding. Dit heeft bij belangenbehartigers een tegengesteld effect waardoor de behandelkosten alsnog oplopen ondanks dat de directe schade-uitkering aan het slachtoffer wellicht lager is. Ofwel, er lijkt sprake van een zekere verharding over en weer.

De hardliners (over en weer) zullen betogen dat zij het recht toepassen. Rekkelijken (over en weer) voelen zich beknot in hun mogelijkheden de schade te regelen.

De vraag die ik voor zou willen leggen is of er inderdaad sprake is van een verharding waardoor het harmoniemodel, waar door velen hard aan gewerkt is, steeds meer op de achtergrond komt en we nu een aantal stappen terug zetten.

Fred Zwarts