QUITTE OF DUBBEL
De uitzending van Radar op 11 januari 2010 heeft al de nodige stof doen opwaaien. Waar rook is, is vuur zeggen ze. Overigens kan vuur ook een zuiverende werking hebben; wat hier wel eens het geval kunnen zijn, maar dat terzijde.
Waar het mij in deze column om gaat is dat het wederom duidelijk is geworden dat twee zogenoemde rechtsbetrekkingen (met hun eigen geldstromen) vaak door elkaar gehaald worden. Dan doel ik op enerzijds op de rechtsbetrekking tussen het slachtoffer en zijn belangenbehartiger, waarbij opdracht wordt gegeven de schade te regelen tegen een afgesproken honorarium (hetzij uurtje/factuurtje, hetzij via een no cure no pay constructie). Anderzijds is er de rechtsbetrekking tussen het slachtoffer en de aansprakelijke partij over de door de laatste te vergoeden schade, waaronder de post buitengerechtelijke kosten (BGK). Daarbij is het scharnierpunt de dubbele redelijkheidstoets van art. 6:96 BW.
Het lukt echter niet altijd dit onderscheid consequent vol te houden. Zelfs niet bij onze minister van Justitie, waar hij in zijn beantwoording van de Kamervragen (vraag 7) van mevrouw Gerkens stelt: “Ik heb het Verbond verzocht ook te onderzoeken of het mogelijk is om een derdenbeding op te nemen in convenanten, inhoudende dat, indien de buitengerechtelijke kosten overeenkomstig het convenant worden vergoed, de belangenbehartiger geen buitengerechtelijke kosten van het slachtoffer meer kan vorderen“.
Dit klopt dus niet: een belangenbehartiger kan per definitie geen BGK vorderen van het slachtoffer, maar alleen zijn honorarium of althans dat deel van het honorarium dat niet door de BGK wordt gecompenseerd.
Nu lijkt dit allemaal een wat theoretische of zelf semantische discussie. Het zet echter wél de afspraken met Pals in een verkeerd daglicht. Het gaat hier niet om – al dan niet geheime – afspraken tussen verzekeraars en Pals over zijn honorarium, maar om een afspraak over de normering van een schadepost van het slachtoffer.
De meest extreme situatie is – en het komt helaas voor! – dat de belangenbehartiger zowel zijn afgesproken honorarium/percentage ‘vangt’, alsook de voor het slachtoffer bestemde vergoeding voor BGK volledig in zijn zak steekt. Dubbel declareren heet dat en ik ben geen strafrechtdeskundige, maar dit kan toch niet ver afliggen van delictomschrijvingen als oplichting en /of verduistering.
De meest ideale situatie is natuurlijk dat de (financiële) omvang van het honorarium en de BGK gelijk zijn. Dit wordt onder meer bereikt wanneer de verzekeraar de nota van de belangenbehartiger volledig vergoedt (ook dat komt geregeld voor, hoewel Bureau Pals anders doet vermoeden), dan wel in het andere geval indien de belangenbehartiger het verschil laat zitten (wat eveneens voorkomt).
Ook de PIV-staffel beoogt te bereiken dat deze financiële geldstromen samenvallen, wat betekent dat het slachtoffer dan per definitie 100% van zijn schade krijgt vergoed.
Gelukkig maken steeds meer belangenbehartigers gebruik van de PIV-staffel; daarbij is deze ook niet geheim: het staat gewoon op de site van het PIV (met naam en toenaam).
Het is dus niet alleen maar kommer en kwel wanneer het gaat om de BGK; dat mag ook wel eens gezegd worden.
Theo Kremer
Directeur PIV
2 reactie(s) op ”Quitte of Dubbel – Theo Kremer”
-
vrijdag 23 april 2010, J.S. Beer:
Ook ik heb bewezen legionella opgelopen op de west Friessche Flora.
Waar en hoe kan ik een claim indienen.
bvd. vr.gr. Jan Beer -
woensdag 5 mei 2010, Site beheerder:
Geachte heer Beer,U kunt een dergelijke oproep beter op het forum plaatsen.